Leidraad

Onthaal

Hoe maak je goede afspraken en geef je duidelijke instructies?

Kennismaking

Hoe zorg je voor een goed onthaal?

 

Heet de jongere oprecht welkom

  • Wees enthousiast, zo maak je een goede eerste indruk en zal je de jongere met jouw enthousiasme motiveren.
  • Stel jezelf voor (indien je elkaar nog niet kent); vertel wie je bent, wat je rol is in het bedrijf …
  • Stel enkele vragen ter kennismaking: de naam van de jongere (indien je dit nog niet weet), waar hij/zij woont …
  • Zoek naar gemeenschappelijke interesses of dingen waarin jullie op elkaar lijken.

 

Stel de collega’s voor

  • Laat hen kort vertellen hoelang ze al in het bedrijf werken en wat ze graag doen.
  • Vertel wat hun rol is in het bedrijf (verkoop(st)er, bakker …).
  • Laat de jongere weten dat hij/zij ook steeds bij hen met vragen terecht kan.

 

Vertel kort iets over het bedrijf en zijn geschiedenis

  • Hoe is het bedrijf ontstaan?
  • Hoe is het bedrijf gegroeid?
  • Welke producten produceert het bedrijf, wat zijn zijn specialiteiten …
Gouden regel
Stel regelmatig vragen aan de jongere. Zo betrek je hem/haar bij het onthaal.

Geef een korte rondleiding

  • winkel
  • bakkerij
  • voorraadruimte
  • toiletten
  • kleedruimte
  • eetruimte
  • ...

 

Neem de nodige documenten door

  • Zijn alle documenten correct ingevuld?
  • Ontbreekt er niets?

 

Check regelmatig of de jongere vragen heeft

De jongere zal zich de eerste dag misschien wat zenuwachtig en onzeker voelen. Probeer daarom in de eerste plaats de jongere gerust te stellen. De jongere moet  weten dat hij/zij steeds bij jou terecht kan met vragen, zonder het gevoel te krijgen een last te zijn of dom over te komen. Het is daarom belangrijk dat je naar de jongere luistert. Let niet enkel op wat hij/zij zegt, maar ook op wat hij/zij ‘doet’.

Een checklist kan je helpen om niets te vergeten …

Afspraken

Hoe maak je goede afspraken?

 

Overloop met de jongere wat je van hem/haar verwacht en wat de belangrijkste afspraken in jouw bedrijf zijn.

Als je al lang ergens werkt, vind je bepaalde zaken heel vanzelfsprekend. Je gaat er dan te snel vanuit dat het voor de ander ook zo vanzelfsprekend is. Vaak is dat niet het geval. Wees daarom zo volledig en concreet mogelijk in de zaken die je van de jongere verwacht. Zo vermijd je misverstanden.

Denk hierbij aan:

 

Werkkledij

Elke dag propere werkkledij is een must. Voorziet het bedrijf werkkledij, dan geef je de afspraken hierrond duidelijk mee.

 

Hygiëne

Hygiëne is niet voor iedereen vanzelfsprekend, daarom is het belangrijk om de afspraken hierrond met de jongere te overlopen. Denk hierbij aan:

  • dragen van een haarnetje;
  • handen wassen bij aanvang van het werk of na toiletbezoek, pauzes …;
  • niet eten op de werkplaats;
  • geen juwelen, make-up, parfum enz. dragen;
  • deuren sluiten;
  • ...
Gouden regel
Overloop de afspraken aan de hand van een onthaalbrochure.

Veiligheid

Een ongeval is snel gebeurd. Bespreek de mogelijke risico’s met de jongere:

  • gebruik van scherpe voorwerpen;
  • veiligheidsvoorschriften van machines;
  • ...

 

Orde en netheid

Een nette werkplaats werkt voor iedereen beter en kan maar bestaan als iedereen hieraan meewerkt. Verwoord duidelijk wat je hierrond van de jongere verwacht:

  • sorteren van afval;
  • terugleggen van materiaal;
  • opruimen van de werkplaats;
  •  ...

 

Werk- en pauzetijden

Niet alle jongeren zullen even gedisciplineerd zijn op het vlak van werk- en pauzetijden. Hun leerwerkervaring is hiervoor een goede leerschool. Het is dan ook belangrijk dat de afspraken hierover vanaf het begin duidelijk zijn. Leeft de jongere deze niet na, dan moet hij/zij hier steeds op worden aangesproken.  Vertel dat de jongere altijd zelf moet verwittigen wanneer hij/zij zich niet aan de afspraken kan houden.

 

Melden van afwezigheid, ziekte enz.

Geef de jongere mee dat hij/zij bij afwezigheid of ziekte steeds de mentor of trajectbegeleider moet verwittigen. Geef hem/haar het nummer waarop deze personen bereikbaar zijn.

 

Vraag de jongere naar zijn/haar mening over de afspraken

De jongere zal alle afspraken misschien niet even logisch en duidelijk vinden. Laat de jongere daarom regelmatig vertellen wat hij/zij van de afspraken vindt. Check of ze voor hem/haar herkenbaar zijn. Zo wordt het voor jou snel duidelijk hoe hij/zij over deze afspraken denkt, wat voor hem/haar vanzelfsprekend is en wat niet.

  • Wat vindt de jongere van de afspraken?
  • Welke afspraken vindt hij/zij vanzelfsprekend; welke niet?

 

Vraag de jongere naar zijn/haar verwachtingen

De jongere komt zelf ook met bepaalde verwachtingen naar het bedrijf. Geef hem/haar zeker de ruimte om ook zijn/haar verwachtingen te verwoorden. Waarschijnlijk zal de jongere dat niet uit zichzelf doen, dus stel hem/haar hier enkele vragen rond.

 

Geef steeds zelf het goede voorbeeld!                 

Zorg ervoor dat zowel jij als de andere collega’s steeds het goede voorbeeld geven. Als iedereen langer pauzeert, dan zal de jongere dit vermoedelijk ook doen en dan kan je de jongere hier moeilijk op aanspreken.

Nieuwe medewerkers verwelkomen

Instructies

Hoe geef je duidelijke opdrachten?

 

Bepaal een logische volgorde voor het aanleren van de verschillende technieken en leg deze volgorde vast in een opleidingsplan.

Een nieuwe vaardigheid aanleren, gebeurt niet vanzelf. Het is belangrijk dat dit gepland wordt en dat er nagedacht wordt over wat er als eerste en wat er vervolgens aan bod kan komen. Zo zorg je ervoor dat de jongere niet leert lopen vooraleer te kunnen staan.

 

Splits elke instructie op in beheersbare blokken, maak hierbij een onderscheid tussen stappen en aandachtspunten.

Wanneer de jongere een nieuwe taak moet leren, komt er veel informatie op hem/haar af. Hij/zij moet deze informatie verwerken en een plaats geven. Je kan hierbij helpen door de informatie in logische blokken aan te bieden. Zo kan de jongere de informatie stap voor stap verwerken.

  • Deel de logische blokken op in enerzijds stappen en anderzijds aandachtspunten.
  • Geef vooraf mee uit hoeveel stappen de taak bestaat.
  • Nummer elke stap en geef bij elke stap het nummer mee: zo behoudt de jongere een overzicht.
  • Benoem bij elke stap de aandachtspunten.
  • Bied maximaal 10 stappen in één keer aan.
  • Herhaal indien nodig de stappen.
Gouden regel
Stel open vragen. Zo weet je hoe de jongere leert en wat voor hem/haar moeilijk is.

Doe de handelingen rustig voor, vertel hierbij wat je doet en waarop je moet letten.

Het is vooral de combinatie van laten zien en vertellen wat je doet die ervoor zorgt dat de nieuwe informatie makkelijk blijft hangen. Daarom is het belangrijk om niet enkel te tonen wat je doet, maar het ook toe te lichten terwijl je het doet.

 

Laat de jongere de handeling daarna nadoen, waarbij ook hij/zij vertelt wat hij/zij doet en waarop hij/zij moet letten.

Door de jongere hardop te laten verwoorden wat hij/zij doet en waarop hij/zij moet letten, krijg je inzicht in zijn/haar denkproces en hoe hij/zij de informatie heeft gewerkt. Doet hij/zij bepaalde zaken anders dan hoe jij het hem/haar hebt geleerd, dan wordt het op die manier snel duidelijk waarom dat zo is.

 

Voorzie tijd om de jongere de vaardigheden te laten oefenen.

Het spreekt voor zich dat je een vaardigheid na een keer doen nog niet kan beheersen. Zorg er daarom voor dat de jongere voldoende tijd krijgt om te oefenen en geef hem/haar hier regelmatig feedback over, zodat hij/zij weet wat hij/zij goed doet en wat er beter kan.